In het door de Duitsers bezette Parijs sluit de jonge dichter Missak Manouchian zich aan bij een jonge verzetsgroep. De groep bestaat uit jonge Joden, Armenen, Polen, Hongaren en andere nationaliteiten, vastbesloten de Duitsers en Franse collaborateurs aan te pakken. Ze voeren enkele geruchtmakende acties uit en worden al snel op de hielen gezeten door de politie. Deze probeert hen in een propaganda-poging via opgehangen posters neer te zetten als een bende criminelen, maar deze poging krijgt een averechts effect en bombardeert hen tot het heldendom.