Deze beweging markeert het begin van de moderne kunst in Duitsland. Het is het Duitse equivalent van het Franse fauvisme, waar het zijn voornaamste inspiratie uit haalt, maar het heeft een expressionistische en sociale nadruk die kenmerkend is voor de Noordse 'angst'. De kunstenaars van Die Brucke waren rusteloze wezens, overgevoelig, achtervolgd door religieuze, seksuele, politieke of morele obsessies. Dramatische landschappen en naakten, mystieke en visionaire composities, taferelen van het platteland, de straten, het circus, de café-dansanten en de demi-monde waren hun voornaamste onderwerpen. Hun pure kleuren schitteren in een zure schrilheid, omgeven door ruwe, droge contouren die de invloed van Afrikaanse kunst en primitieve houtsneden laten zien. Getoond wordt het werk van: Kirchner, Fritz Bleyl, Erich Heckel, Schmidt-Rottluff, Otto Muller, Emil Nolde en Max Pechstein.