De vondeling Mariken wordt door een kluizenaar wordt grootgebracht in het sprookjesachtige Waanwoud. Op een dag laat Mariken het woeste woud achter zich en trekt naar de stad om een geit te kopen. Onderweg ontmoet ze de raarste figuren: de enge Zwarte Weeuw, de gevangen Rattenjan, een troep vrolijke toneelspelers en een ijskoude gravin. Mariken, van niemand bang, is niet op haar mondje gevallen. Ze zegt altijd wat ze denkt en dat vindt niet iedereen even prettig.